In groep 3 leert uw kind de basisprincipes van lezen, taal en rekenen. Ook wordt er veel tijd besteed aan herhaling om de stof goed door te laten dringen.
In groep 3 ligt de nadruk op taal en dan vooral op het leren lezen. Al in de eerste schoolweek leren de kinderen eenvoudige drieletterwoordjes lezen. In het begin gaat dat nog letter voor letter, klank voor klank, maar tegen de herfstvakantie leest uw kind korte woordjes al vloeiend. Rond kerst kennen de kinderen bijna alle letters en klanken, met uitzondering van lastige combinaties als ‘sch’ en ‘ng/nk’. Aan het eind van groep 3 vormen ook die geen probleem meer. De meeste kinderen lezen dan zelfs al woorden van twee lettergrepen. In de tweede helft van groep 3 wordt ook het leestempo steeds belangrijker.
Hand in hand met het leren lezen gaat het leren schrijven: woordjes, zinnen en zelfverzonnen verhaaltjes of briefjes. Pas in de loop van groep 3 zijn kinderen motorisch ver genoeg ontwikkeld om echt te leren schrijven.
Naast taal is rekenen het andere hoofdvak in groep 3. Ligt in de eerste helft van groep 3 de nadruk op leren lezen, in de tweede helft komt rekenen ook steeds nadrukkelijk in beeld. Begin groep 3 is rekenen vooral een voortzetting van de telactiviteiten die de kinderen uit groep 2 nog kennen. De kinderen leren getallen herkennen en schrijven en maken kennis met de begrippen ‘erbij’ en ‘eraf’.